Kinderen, vroeger en nu

Door de eeuwen heen groeiden kinderen steeds anders op. In sommige tijden waren ouders streng, in andere niet. Soms mochten kinderen echt kind zijn, soms moesten ze meewerken.
In de prehistorie leerden de ouders aan hun kinderen wat ze moesten weten en kunnen. School bestond niet. Ook in de middeleeuwen deden kinderen ongeveer dezelfde dingen als hun ouders. Kinderen vanaf zeven jaar leerden een ambacht zoals meubelmaker. Na twee jaar werd je gezel. Sommige kinderen gingen naar school en leerden een beetje lezen, schrijven en rekenen. Jongens van edelen werden met zeven jaar de page van een ridder en deden klusjes voor hem. Later verzorgden ze als schildknaap de wapenrusting. Meisjes leerden zich gedragen als een dame. 
 

© Wikimedia Commons

In de middeleeuwen speelden volwassenen ook. Ze deden dezelfde spelletjes als kinderen, zoals hoepelen. Zo konden ze zich na het harde werken ontspannen.

Opgroeien in de Gouden Eeuw

In de 17e eeuw waren er volwassenen die geloofden dat kinderen alleen met veel straf gehoorzaam werden. Hoewel lang niet iedereen zo streng was, werden er vast veel klappen uitgedeeld in die tijd. Nog steeds duurde de kindertijd kort. Met ongeveer 7 jaar ging je werken of naar school. Daar schreef je met een griffel op een leitje. De meester was streng en gaf vaak straf.
Veel dingen gingen anders dan nu. Moeders wikkelden hun jonge baby’s stijf in lappen. Dat heet inbakeren. Een baby mocht niet kruipen, want dat hoorde bij dieren. 

 
© Alamy/Imageselect, Wassenaar

In de 17e eeuw was het druk en lawaaierig in de klas. Alle leeftijden zaten door elkaar. Het lokaal was donker, vochtig en koud. In de hoek was een soort wc.

Eindelijk kind

In de volgende eeuw veranderde er veel. Belangrijke denkers zeiden dat belonen bij kinderen beter werkte dan straffen. Kinderen van rijke ouders kregen meer aandacht, ze mochten spelen en echt kind zijn. Er kwamen ook echte kinderboeken vol brave verhalen en gedichten. Arme kinderen echter moesten nog steeds werken. Dat was ook nog zo in de 19e eeuw. Omdat fabrieksarbeiders toen maar weinig verdienden, gingen ook hun kinderen in de fabriek werken, zelfs al met 8 jaar. Pas in 1900 kwam de Leerplichtwet en moesten kinderen van 7 tot en met 12 jaar naar school.